Iedereen telt graag af naar iets leuk. En dat telt dan voor Kerstmis nog meer. We hebben immers voor kerstmis de advent met bijhorende krans, kaarsen en kalender. Op deze pagina geven we wat tips voor een leuke advent. Maar eerst gaan we toch wat dieper in van waar de advent vandaan komt.
Advent komt van het Latijns woord adventus wat komst betekent. Het is in het christendom de periode waarin de komst van Jezus voorbereid wordt en vandaar de benaming Advent.
Het is niet helemaal duidelijk wanneer de traditie van de advent juist gestart is. Zowel ergens tussen 415 en 466 als tussen 502 en 542 werd er over geschreven maar dan was het nog niet over de advent zoals we die nu kennen. Zo is er bijvoorbeeld ook een periode geweest dat de advent meer dan 4 zondagen telde tot zelfs zeven zondagen. Deze verschillende periode is bijvoorbeeld nog steeds het geval in het Oosters christendom.
Paus Gregorius de Grote was de persoon die bepaalde dat de Advent uiteindelijk 4 zondagen ging duren ergens tussen 590 en 604. De 4 zondagen staan dan symbool voor de 4000 jaar waarop de mensen vanaf de val van het aards paradijs op de verlosser hebben moeten wachten.
De advent heeft in tegenstelling tot de vaste voor Pasen een variabele duurtijd. Dit kan tussen de 22 en de 28 dagen zijn. Dat komt omdat er altijd 4 zondagen in moeten vallen. De laatste zondag is altijd de zondag voor Kerstmis. De advent kan daardoor ten vroegste op zondag 27 november en ten laatste op zondag 3 december beginnen.
De adventskrans zou volgens sommige reeds in de middeleeuwen bestaan hebben en zelfs vroeger. Het was toen nog geen christelijk symbool maar was eerder een teken van hoop naar het licht en de warmte van de lente tijdens de koude donkere decemberdagen.
De krans zoals we die nu kennen is een vereenvoudigde versie van een krans die door de theoloog en pedagoog Johann Hinrich Wichern geïntroduceerd werd in het protestantse Noord-Duitsland rond 1840.
De arme kinderen die hij onder zijn hoede had genomen vroegen hem steeds wanneer het Kerstmis was. Op een karrenwiel plaatste hij een aantal kleine kaarsjes en 4 grote kaarsen. De kleine kaarsjes waren om de gewone dagen aan te duiden. Als Kerstmis op zondag viel dan plaatste hij 18 kaarsjes en als dit op een zaterdag was dan liep dit op tot 24 kaarsen. Elke dag werd er dan een kaars aangestoken tot dat het kerst was.
Het gebruik van de eerste krans werd ook overgenomen door andere en evolueerde naar een krans met groenblijvende taken en 4 kaarsen. Het duurde echter nog tot rond 1920 alvorens de krans ook in de Katholieke kerk zijn intrede deed.
Aan een Adventskrans hangen er verschillende symbolen. Zo heb je de kaarsen die staan voor het toenemende licht. Jezus wordt soms ook wel eens 'Het licht van de wereld' genoemd.
Verder kan men ook betekenis geven aan de cirkelvorm die de krans is. Dit kan staan voor het eeuwige leven maar ook voor het steeds terug keren van de seizoenen. Soms wordt dit ook geïnterpreteerd als de wereld met de 4 windrichtingen.
Het gebruik van de groenblijvende dennentakken kan dan weer gezien worden als een teken van hoop en leven.
Ook de kleur van de kaarsen is soms van belang. Zo kan het zijn dat je op een krans 3 paarse en 1 roze kaars gaat zien. Die ene roze kaars wordt ontstoken op de 3de zondag van de advent, Gaudete, wat in het Latijn 'Verheugt u' wil zeggen. Een klein voorproefje van het grote feest dat er aan komt dus eigenlijk. Soms gaat er ook een witte kaars in het midden van de krans staan. Deze wordt aangestoken op kerstmis zelf.
Je bent ze vast en zeker al tegenkomen in de winkel, de kartonnen doosjes waarin achter genummerde luikjes chocolaatjes zitten. Dit is voor ons de meest gekende vorm van een adventskalender. Maar er zijn nog andere soorten adventskalenders.
Eigenlijk is het karrenwiel dat Johann Hinrich Wichern maakte ook een adventskalender. De andere vormen van kalenders zijn vermoedelijk nadien ontstaan omdat zo een karrenwiel met kaarsen immers niet voor iedereen geschikt is.
Zo werd er vroeger bijvoorbeeld elke dag een tekening aan de muur gehangen of een strospriet in de kribbe gelegd tot kerstavond. Later kwamen er ook kaarsen die men elke dag moest laten branden tot aan een streepje tot ze met kerst helemaal op was.
Later tussen 1900 en de 1940 werden er gedrukte adventskalenders uitgebracht. Zo was er bijvoorbeeld eentje met een landschap en stickers. De kinderen konden dan elke dag een sticker op het landschap kleven. Een krant in Duitsland gaf een dagelijks cadeautje tijdens de advent. En ook de aanzet voor de chocolaatjes werd toen gegeven. Het was echter eerst nog met koekjes.
Na de oorlog begon de massaproductie en werd de adventskalender met de chocolade dus ook in groten getale op de markt gebracht. In het begin vaak nog met een link naar de kerststal maar later toch ook steeds vaker enkel en alleen met kerstfiguren zoals de kerstman of sneeuwmannen.
En de creativiteit kent geen grenzen want ondertussen zijn er allerlei varianten te vinden en worden adventskalenders vaak ook zelf gemaakt. Zo heb je bijvoorbeeld in Noordse landen de Julekalender/Julkalender. Dit is een dagelijks radio- of televisieprogramma dat start op 1 december en eindigt op 24 december. Meestal is het gericht naar kinderen maar soms ook voor zowel kinderen als volwassenen en af en toe ook alleen voor volwassenen.
Maar het meest leuke idee vinden we misschien wel terug in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Daar vinden we levende adventskalenders. In heel de gemeente zijn er 24 deuren en elke dag gaat er een deur open. De bewoners zorgen voor glühwein, gebak of een andere verrassing. Meestal is de 24ste deur, de deur van de kerk. Vaak worden de deuren ook nog mooi aangekleed en verlicht.
Nu je weet waar de advent vandaan komt, meer info hebt over de oorsprong van de adventskrans en - kalender is het tijd om zelf aan de slag te gaan. Niets is leuker dan zelf een krans of kalender te maken waarmee je dan kan uitpakken.
Een krans hoeft niet noodzakelijk een echte krans te zijn maar je kan bijvoorbeeld ook 4 kaarsen schikken op een mooi bord Leg er een paar groene takjes bij en wat rode kerstballen en je hebt een eenvoudige maar mooie krans.
Je kan eventueel ook vier mooi glaasjes of potjes bij elkaar zetten en er een theelichtje in zetten. Hou er dan wel rekening mee dat theelichtjes minder lang mee gaan in vergelijking met de grote stompkaarsen die meestal voor een adventskrans worden gebruikt.
Wil je het mooiste effect dan zorg je er best voor dat er enkele elementen van je andere kerstversiering terug komen. Zorg bijvoorbeeld al minimaal voor een zelfde kleurgebruik als voor je kerstboom.
Ben je niet echt creatief dan kan je gaan voor een kant en klare adventskrans die je kan kopen in tuincentra of bloemenwinkels.
Ook bij het maken van een adventskalender is het leuk om je creativiteit volledig te laten gaan. Naai bijvoorbeeld kleine zakjes waarin je een klein cadeautje kan steken. Op de zakjes borduur je een nummertje van 1 tot 24. Knoop ze toe met een strikje en bevestig ze aan een waslijn of mooi lint dat je aan de muur bevestigt.
Iets eenvoudiger is als je de pakjes mooi inpakt in inpakpapier en er nummertje op kleeft. Stapel ze ergens mooi en open elke dag een pakje.
En als je toch niet zo creatief of handig bent dan vind je in verschillende winkels vast en zeker een leuke adventskalender. Wil je er toch nog je eigen draai aan kunnen geven dan koop je er eentje die je zelf nog moet vullen met cadeautjes of lekkers.
Heb je zelf nog leuke ideetjes of wil je jou creatie met ons delen dan kan je ons contacteren of post het op onze facebook pagina.
Kerstsite.be is de opvolger van pinklichtjes.milieusite.be. Wij brengen je een heel jaar lang in kerstsfeer met verhalen, gedichtjes en diverse tips en tricks die je kan toepassen in heel je huis, van in de keuken tot in de tuin en je woonkamer.